publieke opinie hoofdlijnakkoord

Het ging de afgelopen weken veel over het hoofdlijnenakkoord van de vier partijen PVV, VVD, NSC en BBB. Of je nu de krant las, een talkshow bekeek of een praatje maakte op kantoor, iedereen leek tegen. De oppositie trok fel van leer en noemde het akkoord luchtfietserij en wensdenken. Experts buitelden over elkaar heen om aan te geven hoe onhaalbaar alle plannen zouden zijn. En toen kwam er een onderzoek van Ipsos onder Nederlandse kiezers. Wat bleek, de helft van het electoraat staat achter het akkoord. Hoe kan het dan dat het lijkt alsof iedereen tegen is? Hebben we te maken met een ondervertegenwoordigingen van bepaalde bevolkingsgroepen in de media? En als dat zo is, wat doet dat met de publieke opinie?

Onderzoek Ipsos en NOS

Onderzoeksbureau Ipsos heeft in samenwerking met de NOS een onderzoek uitgevoerd onder 2141 Nederlandse kiezers van 18 jaar en ouder. Deze groep was gevarieerd en representatief voor de gehele bevolking, door spreiding van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en stemgedrag bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Ook is er rekening gehouden met eventuele foutmarge van circa 2,2 procent.

PVV blijft groot

Zouden er nu nieuwe verkiezingen zijn, dan blijft PVV verreweg de grootste. Sterker nog, de partij van Geert Wilders zou nog verder groeien dan nu en uitkomen op 46 zetels, gevolgd door GroenLinks-PvdA met 26 zetels. Dit is gepeild ná de presentatie van het hoofdlijnenakkoord. Wat inhoudt dat de PVV-kiezers het akkoord ondersteunen en de partij er ook nog meer aanhangers bij heeft gekregen. En hoe hard de tweede partij van Nederland zich ook verzet tegen de plannen van het nieuwe kabinet, het levert GroenLinks-PvdA slechts één zetel winst op ten opzichte van de verkiezingen in 2023.

Helft van de kiezers is tevreden

Uit het onderzoek van Ipsos en NOS blijkt dat 50% van alle kiezers tevreden is over het hoofdlijnenakkoord. Ter vergelijking, bij Rutte IV was dit percentage 34% en bij Rutte III 38%. Een behoorlijke toename dus bij dit nieuwe hoofdlijnenakkoord. PVV- en BBB-kiezers zijn verreweg het meest enthousiast over het akkoord. Opvallende uitkomst is ook dat 46% van de deelnemers aan het onderzoek aangeeft vertrouwen te hebben dat het kabinet het anders zal gaan doen dan voorheen. Ter vergelijking, dat was bij de start van Rutte IV slechts 13%. Een andere wind wordt dus verwacht.

Eerst zien, dan geloven

Wel gaan de deelnemers aan het onderzoek mee aan het publieke beeld dat bestaat over het hoofdlijnenakkoord: eerst zien, dan geloven. Circa een derde (35%) heeft er vertrouwen in dat het kabinet de opgeschreven plannen daadwerkelijk kan uitvoeren. Andersom geformuleerd: tweederde van de participanten is hier nog niet zo zeker van.

Klopt de publieke opinie dan wel?

Als 50% van de kiezers tevreden is met het akkoord en bijna 50% aangeeft dat ze geloven dat er een andere wind gaat waaien in Den Haag, hoe kan het dan alsof het lijkt dat iedereen tegen is? De publieke opinie die wordt gepresenteerd in de media is er niet één van vertrouwen in het huidige kabinet. Deels komt dat door de poortwachterfunctie die de media vervullen. Zij bepalen wie er in een talkshow aan tafel zit of welk nieuwsfeit ze uitlichten. Daarmee vertel je geen onwaarheden, maar maak je wel keuzes in het perspectief dat je kiest. Een voorbeeld hiervan is het uitnodigen van experts die het bijvoorbeeld hebben over de haalbaarheid van specifieke maatregelen. Als die experts vertellen dat maatregel X niet mogelijk is, bijvoorbeeld vanwege internationale regelgeving, kan het al snel lijken of niets uitvoerbaar is.

Onderbelichte groepen?

Daarnaast is er nog iets anders interessants aan de hand. In de Tweede Kamer zijn er 150 zetels te verdelen. In de peilingen staat de PVV op 44 tot 51 zetels. Dat betekent dat bijna een derde van de stemmende Nederlanders de partij van Wilders zou kiezen. Toch hoor je maar zelden PVV-kiezers in de media. Het zou zo kunnen zijn dat de focus van de media vooral licht op experts en het duiden van politiek, maar minder op de stem van burgers. In ieder geval is het bijzonder dat blijkbaar zoveel mensen voor een partij willen gaan, maar dat de publieke opinie in ieder geval niet positief is tegenover het hoofdlijnenakkoord.

Agenda setting en publieke opinie

Een klassieke theorie die mede bepaalt waar de publieke opinie over gaat is agenda setting. Deze theorie zegt dat de media een belangrijke rol hebben in onderwerpen die op de publieke agenda komen. Anders gezegd, onderwerpen waar mensen over praten. Door keuzes te maken in wie je wel en niet in beeld brengt of aan het woord laat, kun je daarmee de publieke agenda vormgeven. Dat lijkt in het geval van de stemming rond het hoofdlijnenakkoord te gebeuren. Vraag is of dit bewust gebeurt, maar feit is wel dat 50% van de kiezers aangeeft tevreden te zijn met het hoofdlijnenakkoord en dat niet het beeld is dat in de media naar voren komt.

Meer weten over dit onderwerp of andere artikelen op deze site? Stuur me een mail.

Door Marc Wessels

Ik ben communicatiespecialist met een focus op overheidscommunicatie, bedrijfscommunicatie en digitale communicatie. Op deze site vertaal ik wetenschappelijke communicatieartikelen naar praktijkvoorbeelden en leg ik aan de hand van voorbeelden uit hoe communicatie in de praktijk werkt. Meer weten? Neem contact op!