
Het lijkt inmiddels wat rustiger rond de boeren en stikstof, maar op de achtergrond sluimert het probleem nog steeds. Ook al waren een aantal boerenorganisaties gematigd tevreden over het adviesrapport van Remkes, het is niet zo dat de kou volledig uit de lucht is. Nieuw onderzoek van het Algemeen Dagblad laat daarnaast zien dat veel boeren eigenlijk nog lijnrecht tegenover het kabinetsbeleid staan. Is er in de communicatiewetenschap een manier om dit te duiden? En aan welke knop moet dan gedraaid worden om de boel wel in beweging te krijgen? In dit artikel gaat het over cognitieve consistentie, dissonantie en congruentie.
Remkes: vertrouwenscrisis
Even terug naar het begin, waar hebben we het ook alweer over? In heel Nederland lijdt de natuur onder de hoeveel stikstof die we uitstoten. Een belangrijk aandeel in die uitstoot heeft de agrarische sector. En dus kwam het kabinet deze zomer met een kaartje waarop te zien was hoeveel boerenactiviteiten er door het land heen gereduceerd moeten worden. Het schortte daarbij aan uitleg en dat leidde tot flinke protesten. Zoals Johan Remkes het omschreef: ‘er is een stevige vertrouwenscrisis’.
Boeren erkennen hun negatieve impact niet
Dat het nog niet goed zit tussen kabinet en de boeren, blijkt uit nieuw onderzoek van het Algemeen Dagblad. Een representatief onderzoek onder 1000 agrariërs laat opvallende resultaten zien. Het vertrouwen in de overheid krijgt een 2,1 als cijfer. Tweederde van de boeren vindt niet dat de landbouw een negatieve impact heeft op natuur en klimaat en 84% geeft aan dat ze al genoeg gedaan heeft. Daarnaast geeft 60% van de ondervraagden aan dat ze de nieuwe stikstofmaatregelen niet hadden zien aankomen.
Gedrag en cognitieve consistentie
Mensen zijn rationeel ingesteld. We proberen voortdurend ons eigen handelen te verantwoorden en dat lukt alleen als dit cognitief consistent is. Met andere woorden, het gedrag dat je uitvoert moet in je brein wel kloppen. Projecteer je dit op de agrarische sector, dan is het logisch dat de stikstofmaatregelen zoveel weerstand oproepen. Als je namelijk niet van mening bent dat jouw handelen bijdraagt aan verslechtering van natuur en klimaat, dan ga je geen maatregelen uitvoeren om die twee elementen te verbeteren. Dan is het niet meer consistent in je hoofd en ontstaat er spanning.
Cognitieve dissonantie
Bij cognitieve dissonantie ontstaat er spanning tussen verschillende stukjes kennis in je hoofd. Dit zou dus het geval zijn wanneer je als boer wel degelijk weet dat je boerenactiviteiten schadelijk zijn voor natuur en klimaat, maar je er niet naar handelt. Echter, als je als agrariër vindt dat je geen negatieve impact hebt, dan is het in je hoofd dus prima consistent om door te blijven gaan op de oude manier. En zul je je verzetten tegen verandering, aangezien de aangekondigde kabinetsmaatregelen niet kloppen in je hoofd.
Interessant: congruentietheorie
Een interessante aanvulling hierop is de congruentietheorie van Osgood. Deze theorie gaat uit van een driehoek, waarin je drie elementen hebt: de persoon (P), de bron (S) en een object (O). Wanneer een persoon informatie krijgt van een bron, heb je automatisch een mening over de bron. Als de bron dan wat zegt over een object, heeft jouw mening over de bron impact. En je vindt zelf ook nog wat van een object natuurlijk. In dit plaatje zie je wanneer er overeenstemming ontstaat en wanneer spanning. Alleen als de driehoek in balans is, ga je bepaald gedrag uitvoeren. In het geval van de boerensituatie zit het als volgt. De boeren (P) krijgen informatie van de overheid (S) over stikstof (O). Boeren (P) zijn wantrouwend richting de overheid (S) en vinden niet dat ze schadelijk zijn voor natuur en klimaat (O). Wat je krijgt is onbalans. Dus weten de boeren en de overheid elkaar niet te vinden.
Waar moet je aan sleutelen?
Ten eerste moet het vertrouwen worden hersteld van de boeren in de overheid. Door transparant te zijn over maatregelen en het gesprek te voeren over de mogelijke oplossingen vanuit de agrarische sector. Dat helpt om de incongruentie weg te nemen. Daarnaast is het zaak om te spelen met de cognitieve consistentie of dissonantie. Gedragsverandering lukt namelijk alleen als er dissonantie is. Je zult dus moeten aantonen bij de boeren zelf dat de cognitieve consistentie van de agrarische sector (boeren zijn niet schadelijk voor natuur en klimaat) niet juist is. Dan ontstaat er spanning. En die spanning kun je alleen zelf weghalen door weer consistent te worden in je gedrag. Daar ligt nog een flinke uitdaging voor de overheid.
Meer weten over dit onderwerp of andere artikelen op deze site? Stuur me een mail.